St. Edmondson, Calvin’s Christology

S

St. Edmondson, Calvin’s Christology, Cambridge UK, Cambridge University Press, 2004; XIII+248 blz., ISBN 0-521-83371-X.

Calvijns christologie vormt in de oudere literatuur (voor Nederland: E. Emmen, J. Koopmans, F. Korff) een bekend onderzoeksveld. De aandacht ging vooral uit naar het centrale karakter van dit thema (naast andere) bij C. (immers, ‘in Christus is de gehele som van ons heil met elk van zijn delen begrepen’; Inst. II.16.19) en naar lastige details als de opvatting dat de godheid zich bij bepaalde daden van de mens Jezus ‘te ruste legde’ of het al dan niet anselmiaanse karakter van C.’s satisfactieleer. E. komt in deze goed geschreven studie met een verfrissende aanpak. Hij gaat uit van C.’s bijbelcommentaren en leest de Institutie (1559) zoals deze zichzelf aandient, nl. als hulp bij de ordening van het bijbelse materiaal. Zo verschijnen zowel de drie messiaanse ‘ambten’ als de persoon van de Middelaar in functie van een narratief concept. Dit heft het dogma niet op, maar doet het anders werken. Ook genoemde aloude vraagstukken verschijnen daarmee in een nieuw licht. De invloed van E.’s leermeesters in Yale (B. Childs, G. Lindbeck, S. Jones) werkt hier  gunstig uit. Wel is te betreuren, dat E. (anders dan sommigen onder hen, zoals H. Frei) het concept van narrativiteit losjes opvat en nauwelijks theoretiseert (223). Daardoor blijven oneffenheden in C.’s wending naar de historiciteit onbesproken en functioneert de categorie ‘verbond’ (bij C. minder fundamenteel en meer door een verticaal doorbroken dan E. suggereert) te gemakkelijk eerder als oplossing dan als probleem.                                                                        (Rinse Reeling Brouwer)

About the author

R.H. Reeling Brouwer

Plaats een reactie