D. McKim (ed.), The Cambridge Compagnion to John Calvin, Cambridge UK, Cambridge University Press, 2004, XVII+352 blz. ISBN 0-521-81647-5.
De formule van deze Compagnions is inmiddels beproefd: een reeks auteurs, met verschillende denominationele achtergrond doch overwegend uit de Angelsaksische wereld, werpt een licht op – in dit geval – de gestalte van Calvijn, zodat een overzicht verkregen wordt van recente publicaties, inzichten en opvattingen aangaande diens leven, werk en invloed. Geslaagd gezien deze doelstelling zijn o.m. de bijdragen van D. DeVries die het gedurende de afgelopen decennia in de aandacht gekomen homiletische werk van accenten voorziet, van J. Olsen die de diaconale praktijken in Genève vanuit sociaal-historisch gezichtspunt bespreekt, van A. Pettegree die de vinger legt bij het verschil in context tussen Calvijn en zijn volgelingen inzake de kerk-staat verhouding of van C. Trueman die nog eens uitlegt waarom de Institutie en de latere gereformeerde scholastiek niet zo maar tegen elkaar kunnen worden uitgespeeld, terwijl onder de overzichtsartikelen terecht de bijdrage van de ervaren onderzoeker A. Ganoczy voorop is geplaatst. In het middendeel, waarin verschillende aspecten van C’s werkzaamheden aan de orde komen, had de redactionele hand wel sterker mogen ingrijpen. Er is verschil in degelijkheid, informatief gehalte en analytische kracht, soms vrome ruis en vooral veel herhaling. Zo hebben de bijdragen over de ethiek, de politiek en de plaats in de kerkgeschiedenis van C. nauwelijks iets te bieden wat niet elders in de bundel beter wordt beschreven. Er blijft dus voor de gebruiker wel enig selectiewerk over.
(Rinse Reeling Brouwer)