13 januari, Pesse, bevestiging Gerard van Zanden te Pesse

1

Dienst van bevestiging en intrede van Gerard van Zanden

Protestantse Gemeente te Pesse, 13 januari 2013-01-12

Prof. Dr. Rinse Reeling Brouwer

Handoplegging

‘Zoveel als tevoren geschreven staat,

staat tot onze onderrichting geschreven,

dat wij door de volharding en door de vertroosting van de schriften

hoop zouden bezitten.’

(Rom. 15:4)

Woord van bezinning

Het is mij een eer, als eerste te mogen zeggen:

Gemeente van Pesse, gezegend met uw nieuwe predikant

Gerard van Zanden, gezegend in je ambt, gezegend met deze, jouw gemeente.

Het trof mij, dat wij zojuist bij de Dienst van bevestiging Gezang 95 gezongen hebben, een lied waarin Jan Wit een verwoording biedt van een gebed dat een belangrijke plaats inneemt in de brief aan de Efesiërs.

Jan Wit schrijft er zelf van, dat hij zijn opvatting over zijn ambt als als kerklieddichter in de tekst had herkend en in het lied had neergelegd: ‘met alle heiligen saam de hoogte en diepte, lengte en breedte van Gods heil mogen doormeten’, dat kun je niet alleen, dat kun je alleen samen, in verbondenheid met de heiligen van alle eeuwen, en dat tilt je al zingende samen boven jezelf uit.

Dit nu is alles vanmorgen ook gezongen om achtergrond en perspectief te geven aan het beginnende ambtswerk van Gerard van Zanden. En ik verzeker u: met minder kan hij ook niet toe. Ik heb zijn afstudeerwerkstuk aan de Protestantse Theologische Universiteit begeleid, en ja: het ging hem om al die dimensies, om begin en einde, om de raad Gods, om de verzoening van allen in Jezus Christus. Maar tegelijk, dat kan ik ook getuigen, terwijl hij hoog reikt, kan hij zich heel goed concentreren op het nabije, op de nu voor de hand liggende taak, op het handwerk: hij is mij als verstrooide professor zo al heel vaak te hulp gekomen.

Ik denk dan speciaal ook aan het handwerk van de schriftuitleg, dat veel techniek vraagt. Maar het is nooit alléén techniek. Het was de 13e eeuwse Franciscaanse theoloog Bonaventura, die het gebed uit de brief aan de Efesiërs betrok op de uitleg van de Schrift. De breedte van Gods heil, stelde hij, treffen wij aan in het samengaan van Oude en Nieuwe Testament: de Schrift is altijd meerstemmig, en de stemmen klinken sámen, ook zo dadelijk in deze dienst weer. De lengte duidt erop, dat de Schrift begin en einde, Schepping en Voleinding omvat. En nu bevinden we ons, meent Bonaventura, tussen de zevende dag, waarop Christus begraven werd, en de achtste dag, waarop de doden zullen opstaan: we bevinden ons dus in de laatste dagen, in de beslissende tijd. En dan de hoogte, ja, want het Woord van God komt van alzo hoge, van alzo veer, en daalt als zaad onder ons op aarde neer. En de diepte, ja, in de Schrift gaan altijd letter en Geest samen. Als we het allemaal letterlijk uitleggen wordt het plat, maar de Geest, die diepte schenkt, werkt niet aan de letter voorbij, maar juist met mét de letter: als je de woorden goed spelt, gaat er iets trillen en leeft een mens ervan op.

Maar dan zou u kunnen vragen: krijgen we nu alleen maar een knappe of een hoogdravende dominee, met al die dimensies, staat hij wel naast ons en bij ons, in alles wat ons hart raakt? En kijk, daarin is het zo zinvol dat het hier gaat om een gebed: ‘nu bidden wij met ootmoed en ontzag’, of in de brief van de apostel zelf: ‘nu buig ik mijn knieën voor de Vader’. De knieën zijn in de Bijbel de plaats van de macht van een mens: koningen onderwerpen hun overwonnen vijanden onder hun knieën. Maar hier buigt iemand zelf zijn knieën. Hij laat zich knakken, hij eert de Vader, de hemelse leraar, hij voegt zich in datgene wat vanuit de hemelse Vader gezegd wil worden. En daarmee staat hij niet tegenover, maar in het midden van de gemeente: ‘nu bidden wij met ootmoed en ontzag’. Daarin gaat hij voor, als belichaming van de horende, zuchtende, vragende, lofzeggende gemeente.

Ik wens u, gemeente en predikant, toe, dat bij alles wat er de komende jaren bij u, in de samenwerking van u, zal gebeuren, de herinnering aan en het besef van dit moment, het buigen van de knieën, de beslissende karakteristiek van het ambt, altijd bij u zal blijven, altijd u voor ogen zal blijven staan.

About the author

R.H. Reeling Brouwer

Plaats een reactie