Leonard Dirk Hansen, Aksie én kontempasie?

L

Voor: Miskotte-Nieuwsbrief

Leonard Dirk Hansen, Aksie én kontemplasie? Mistiek-profetiese Gereformeerde spiritualiteit in dialoog met David Tracey en K.H. Miskotte, december 2008.

In pdf-versie te vinden op de website van de Universiteit van Stellenbosch.

Deze dissertatie, geschreven onder begeleiding van prof. Dirkie Smit (Stellenbosch), getuigt van een duidelijke hartstocht: Len Hansen wenst de openheid binnen de gereformeerde traditie voor de ‘mystieke’ dimensie van het geloof te bevorderen.

Om het wantrouwen in de eigen traditie tegemoet te treden, verdiept hij zich in vele, uiteenlopende terreinen, die elk voor zich al een studie zouden rechtvaardigen. Zo schetst hij een korte geschiedenis van de mystiek, bespreekt 20e eeuwse discussies over de definities ervan en biedt (als voorbeeld voor een type contemplatief monnikendom dat de gereformeerde vooroordelen op het eerste gezicht in extreme mate lijken te bevestigen) een beschrijving van de Kartuizer orde. De studie eindigt met een uitvoerig hoofdstuk (het vijfde) over de bevinding bij K.H. Miskotte als gereformeerd theoloog, dat (naast een fijnzinnig opstel van Bert ter Schegget) tot het mooiste behoort wat ik over dit onderwerp onder ogen heb gekregen: de promovendus zoekt zijn materiaal in de breedte van Miskotte’s oeuvre – de bevinding van of met de ‘wereld’ als gedragen door het Woord, ofwel de bevinding van de dimensies van het bestaan, de natuur, het ‘gewone leven’, de kunst, de afwezigheid van God, de arme – en slaagt er zo heel goed in de onderlinge verbanden zichtbaar maken. Terecht meent Hansen dat Miskotte daarbij vaak wat al te huiverig is voor het gebruik van het woord ‘mystiek’ zelf ter typering van al deze elementen die bij hem zo intensief te vinden zijn: dat mystiek een ‘versmelting met het goddelijke’ tot doel zou hebben, is in oecumenische ontmoetingen immers minder evident gebleken dan protestante theologen van zijn generatie plachten te denken.

Vanuit het overwicht van bevrijdingstheologische ontwerpen in de dagen van de strijd tegen de Apartheid in Zuid-Afrika bevreemdt het niet, dat binnen het woordpaar ‘actie en contemplatie’ het tweede lid zich voortdurend te rechtvaardigen heeft tegenover het eerste (zoals jaren geleden te onzent ook in het proefschrift van Jurjen Beumer het geval was). In mijn leeservaring werkte dat wat vermoeiend, en bovendien mag de politieke actie ook wel eens wat kritischer op zijn merites beoordeeld worden (het enthousiasme van de heilige Bernardus voor de kruistochten passeert bijvoorbeeld zonder commentaar, p. 54). Ook Miskotte verschijnt heel eenduidig en met alle reden als de held van het verzet tegen het Nazidom, maar het eerder geestelijke dan analytisch-politieke karakter daarvan blijft wat onzichtbaar, terwijl andere aspecten van zijn politiek beoordelingsvermogen, laten we zeggen zowel zijn neiging tot romantische dweperij (Kennedy-messianisme) aan de ene, als die tot overdreven diplomatieke voorzichtigheid (als synodeadviseur) aan de andere kant onderbelicht blijven.

Het theoretisch raamwerk van de studie wordt gevormd door de kaders die de invloedrijke rooms-katholieke hermeneutische theoloog David Tracey heeft uitgezet voor de verbinding van mystiek en politiek (Hoofdstuk 3). Of Miskotte in dát kader geheel tot zijn recht kan komen, is echter de vraag. Hansen onderkent wel confessionele verschilpunten, en daarbij onderscheiden benaderingen van bijvoorbeeld de fenomenologie, maar de vraag hoe een álgemene hermeneutiek van de bestaanservaring (bij Tracey) zich verhoudt tot de methode van de Naam (bij Miskotte) blijft onbesproken.

Als laatste conceptueel probleem in het proefschrift noem ik het onvoldoende onderscheiden van de vraag naar de mystiek als begeleidingsverschijnsel voor geloof en theologie (de bevinding als ‘aura van ervaring’ rond het geloof, 328) en mystiek als zelf onderdeel van een theologische vraagstelling. Wat het tweede betreft ontkent Hansen dat er bij Miskotte sprake zou zijn van een apophatische, negatieve theologie. Dat valt nog te bezien, dunkt me. Als je bij de negatie vooral denkt aan de voorrang van het eerste gebod, het verzet tegen de ‘zonde der vereenzelviging’, zoals vooral theologen uit de school van Metz nogal eens doen, zijn er heel wat meer trekken van ‘negatieve theologie’ bij Miskotte te vinden dan Hansen suggereert. Maar dat zijn allemaal details, die de waardering voor dit project eerder bekrachtigen dan ontkrachten.

Rinse Reeling Brouwer

About the author

R.H. Reeling Brouwer

Plaats een reactie