23 maart Bevestiging Ariaan Baan te Zoutkamp

2

Dienst van bevestiging en intrede van Ariaan Baan

Protestantse Gemeente te Zoutkamp, 23 maart 2014

Prof. Dr. Rinse Reeling Brouwer, mentor en vriend

Handoplegging

‘De Heer zei tot Mozes:

Ze zullen naar je stem horen,

en ze zullen geloven

dat de IK, de God van hun vaders en hun moeders,

zich aan jou heeft laten zien’ [vgl. Ex. 4:1 en 5]

Woord van bezinning

Het is mij een eer, als eerste te mogen zeggen:

Gemeente van Zoutkamp, gezegend met uw nieuwe predikant

Ariaan Baan, gezegend in je ambt, gezegend met deze, jouw gemeente.

Het oude formulier voor de bevestiging of verbintenis van dienaren van het Goddelijk Woord uit de oertijd van de hervorming in ons land, zoals dat nog altijd óók in ons Dienstboek te vinden is, vergelijkt niet alleen de dienaar met een herder, maar trekt het beeld ook door. De weide waarover de herder met zijn kudde trekt, heet dan de ruimte voor de verkondiging, de gebeden, de sacramenten. En de staf die hij in zijn hand heeft, is het Woord dat de gemeente leidt en op koers houdt.

Nu, die staf vinden wij in een episode uit het verhaal van de roeping van Mozes. Mozes was daadwerkelijk als herder bij de berg Gods terecht gekomen, toen hij de schapen van zijn schoonvader Jethro achter de woestijn had gevoerd (Ex. 3:1). Zo wordt hij geroepen, maar hij verzet zich op allerlei wijzen tegen zijn roeping. Zijn zoveelste angst is: zullen ze me wel horen? zullen ze me wel geloven? ‘En de Heer zei tot hem: / wat is in uw hand? / en hij zei: een staf. / En Hij zei: werp hem ter aarde! / En hij wierp hem ter aarde / en hij [de staf] werd tot een slang. / En Mozes sloeg voor haar op de vlucht’ (vss. 2,3).

Wat is dit? Is dit een toverstaf? En is de herder of dienaar dus een tovenaar? Bevinden we ons in de Bijbel in een Harry Potter-sfeer?

Zo gek is het niet de vraag juist bij Ariaan op te roepen, want ik herinner me dat, toen we weer eens afscheid namen van een opleidingscommissie waar we samen in hadden gezeten (hij als student, ik als docent), hij mij met enkele anderen ooit deel I van Harry Potter (The Philosopher’s Stone) cadeau heeft gedaan. We hebben we toen nog grapjes over gemaakt en in de hoogste ernst het onderwijssysteem van Zweinstein aan een evaluatie onderworpen.

Is de herdersstaf een toverstaf? Verderop in het boek Exodus lijkt dat er helemaal op, als Aäron zijn staf net zo moet neerwerpen voor de voeten van Farao, de staf tot slang wordt, en, o wee, de tovenaars van Farao dat kunstje óók blijken te beheersen, zij het dat de staf van Aäron hun staven verslindt (Ex. 7:8-12). Maar let op. Want dáár is sprake van tannin-iem, dat zijn draken. Dan zijn we inderdaad in een toverwereld, waar oermonsters de goede schepping bedreigen. Dat is de wereld van Farao’s hof. Maar hier, in het roepingsverhaal van Mozes, wordt de staf niet tot een tannien, een draak, maar tot een nachasj, een slang. En dát beest kennen we uit Genesis, uit de ontmoeting met de vrouw in de tuin. De slang, dat is het dier dat spreekt: ‘Heeft God niet gezegd: “van geen van alle bomen in de tuin mag je eten…?” (Gen. 3:1c). Nou nou, zegt de vrouw, zó erg heeft God het niet gemaakt. We mogen wel íets eten, maar niet alles. Inderdaad, God heeft ook ‘nee’ gezegd. Zo is de twijfel gezaaid. De slang zaait die twijfel. God zal het ons mensen wel niet gunnen… God is vast een wezen dat altijd ‘nee’ zegt: ‘je mag niet…’. De slang, kun je zeggen, is de eerste uitlegger van Gods woorden, de eerste exegeet in de hele Bijbel. En meteen al bij die eerste uitleg van Gods Woord gaat het helemaal mis, en worden Gods bedoelingen en beloften verduisterd!

Nu snap je, dat Mozes op de vlucht slaat. Hoe Gods woord te bedienen, als je weet dat het meteen al wordt misverstaan? Gaat dit wel goed? – met de predikant die het Woord bedient, met de gemeente die dit Woord hoort, met de gemeenschap hier in Zoutkamp en omgeving waarin het getuigenis van deze gemeente gestalte aanneemt? Gaat dit wel goed?

‘En de Heer zei tot Mozes: / zend uw hand uit / en grijp haar [die slang] bij haar staart / en hij zond zijn hand uit / en hij overmocht haar / en zij werd hem tot een staf in zijn handholte [zijn kaf: כ]’. Kijk, zo neemt de staf weer de plaats in van de slang, de stevige tred van de herder die van de ondermijnende twijfel aan Gods goedheid. Zo kan Mozes de weg gaan met zijn gemeente. Straks zal hij met die staf slaan op de stroom, de levensadem van Egypte, om de fundamentele verhoudingen in dat duistere land zichtbaar te maken (Ex. 8:5). En in de paasnacht zal hij daarmee slaan op de Schelfzee om de wateren te splijten en een pad tussen de wateren te doen ontstaan (Ex. 14:16). De herder handelt wel, maar de staf, het Woord, heeft de leiding.

Dus Ariaan, als je nu vandaag als tovenaar geïnstalleerd werd, dan kon ik je een toverstaf schenken. En we weten van Harry Potter hoe onafscheidelijk tovenaar en staf zijn: een staf van bepaald hout en met bepaalde eigenschappen hoort onafscheidelijk alleen bij jou. Maar ja, je wordt geen tovenaar. Je wordt dienaar des Woords. En dan heb ik je weinig te geven. Want het Woord is al gegeven, aan mij, aan jou, aan de gemeente. Jij en de gemeente zullen het daarmee moeten doen – en kúnnen het ermee doen…

About the author

R.H. Reeling Brouwer

Plaats een reactie